Veel gestelde vragen

De Landelijke handhavingstrategie Brzo is een landelijk vastgestelde gezamenlijke strategie van de bevoegde gezagen voor de sanctionering van overtredingen van specifiek het Brzo 2015.

Tijdens een inspectie of beoordeling van het veiligheidsrapport kan een overtreding geconstateerd worden. Afhankelijk van de uitkomsten wordt een handhavingstraject ingezet. Het doel van de handhavingsstrategie is op een adequate en uniforme wijze sanctionerend op te treden.

Er zijn drie categorieën van overtredingen, gerangschikt van zwaar en middelzwaar naar licht:

Categorie 1

Bij overtredingen van categorie 1 is sprake van een onmiddellijke dreiging van een zwaar ongeval. Er is dus ernstig gevaar voor de werknemers of de directe omgeving van het bedrijf.

Categorie 2

Bij categorie 2 overtredingen is er geen sprake van onmiddellijke dreiging voor de veiligheid van werknemers of directe omgeving. Wel is vastgesteld dat het bedrijf onvoldoende maatregelen heeft getroffen om de veiligheid te waarborgen.

Enkele algemene voorbeelden van categorie 2 overtredingen zijn:

• Een vlamdover is sinds de ingebruikname niet geïnspecteerd volgens de gebruiksvoorschriften. Volgens de manual moet de vlamdover periodiek worden onderhouden.
• Een procedure Brzo-audits waarin het bedrijf aangeeft periodiek audits uit te voeren wordt niet opgevolgd. De audit is of niet uitgevoerd of is onvoldoende gericht op het functioneren van het veiligheidsbeheerssysteem.
• De vulgraden van de tanks die steekproefsgewijs zijn getoetst, komen niet overeen met de uitgangspunten uit de risicoanalyse.

Categorie 3

Overtredingen in categorie 3 (zeer geringe dreiging) betreffen lichtere tekortkomingen, waarvoor een lichtere sanctie met een redelijke hersteltermijn wordt opgelegd. Ook hier is geen sprake van onmiddellijke dreiging voor de veiligheid van werknemers of directe omgeving.

Enkele algemene voorbeelden van categorie 3 overtredingen zijn:

• De identificatie van de gevaren en beoordeling van de risico's tijdens uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden zijn onvoldoende beschreven.
• De effectiviteit van bepaalde maatregelen is niet goed beschreven.
• Brandwerende deuren buiten de productiezone sluiten onvoldoende.

Voor site Chemelot moet onderscheid worden gemaakt tussen Brzo-plichtige en niet Brzo-plichtige site-users. Die users gebruiken een of meerdere deelinrichtingen (installaties, fabrieken) die vallen onder het Brzo 2015. Brzo-inspecties worden op site Chemelot alleen uitgevoerd bij Brzo-plichtige site-users.

Chemelot Site Permit B.V. heeft zelf geen installaties of fabrieken in beheer, maar is wel de vergunninghouder. Een vergunninghouder wordt in het kader van het Brzo geïnspecteerd op site-niveau wanneer  een actualisering of essentiële wijziging van het veiligheidsrapport wordt ingediend bij het Wabo bevoegd gezag. De inspectie is fysiek of administratief.

Bij de Brzo-plichtige site-users op site Chemelot moet onderscheid worden gemaakt in site-users die hoge- of lagedrempeldeelinrichtingen drijven.
Een site-user die een of meer hogedrempeldeelinrichting(en) drijft, wordt jaarlijks geïnspecteerd. Een site-user die een of meer lagedrempeldeelinrichtingen drijft, wordt minimaal 1x per 3 jaar geïnspecteerd.

De precieze inspectiefrequentie van alle Brzo-plichtige fabrieken en installaties op site Chemelot is bestuurlijk vastgelegd door het Wabo bevoegd gezag en afgestemd met alle betrokken Brzo-inspectiediensten in Limburg.

In het Brzo 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen routinematige en niet-routinematige inspecties.

Routinematige inspecties

De routinematige inspecties zijn vooraf ingepland. Jaarlijks wordt het toezichtsplan vastgesteld. Deze inspecties worden door toezichthouders van minimaal twee bevoegde gezagen uitgevoerd.

Niet-routinematige inspecties

De niet-routinematige inspecties zijn niet vooraf gepland. Ze hebben in veel gevallen betrekking op ad hoc situaties van slecht of helemaal niet naleven, een incident of een ongeval. In dit soort situaties is onderzoek nodig om erop toe te zien, dat de wetgeving wordt nageleefd en de eventuele onveilige situatie wordt opgeheven. Ook kan het gaan om een verdiepingsinspectie naar aanleiding van een eerder uitgevoerde routinematige inspectie. Niet-routinematige inspecties kunnen in afstemming ook door één toezichthouder worden uitgevoerd. Afhankelijk van het onderwerp besluiten de toezichthouders of zij aan een niet-routinematige inspectie deelnemen. In het toezichtsplan wordt op basis van ervaringen uit voorgaande jaren rekening gehouden met de omstandigheid dat in voorkomende gevallen niet-routinematige inspecties kunnen plaatsvinden.

Aangekondigd en niet aangekondigd

Beide type inspecties kunnen aangekondigd, aangekondigd met een deel onaangekondigd en geheel onaangekondigd plaatsvinden.

• De aangekondigde Brzo-inspecties vormen het merendeel van alle inspecties. Er wordt een inspectieagenda voorafgaand aan de inspectie aan het bedrijf aangeboden. Hiermee is geborgd dat de gewenste functionarissen geïnterviewd kunnen worden, noodzakelijke procedures en rapportages klaarliggen en de gekozen inspectieonderwerpen kunnen worden beoordeeld.
• Bij een aangekondigde inspectie kan ook een deel van de inspectie onaangekondigd zijn. In het onaangekondigde deel worden andere onderdelen van het bedrijf of andere inspectieonderwerpen gecontroleerd.

Na afloop van de Brzo-inspectie legt het inspectieteam gezamenlijk de resultaten vast in een applicatie genaamd GIR2.0. Met behulp van de GIR2.0 wordt het inspectierapport en de openbare samenvatting opgesteld.

Op de openbare samenvatting wordt zienswijze van het bedrijf gevraagd. Daarna worden de samenvattingen op de website van BRZO+ gepubliceerd. Dit gebeurt sinds 2014. In deze samenvatting komen aan bod:

• de inspectieonderwerpen
• de resultaten van de inspectie:
  • afwijkingen
  • overtredingen, per soort en ernst

Sinds 2015 wordt bedrijven de mogelijkheid geboden om bij de publicatie van openbare samenvattingen een link naar de eigen website op te nemen. Via deze link kan worden nagelezen welke acties het bedrijf onderneemt naar aanleiding van de resultaten van de inspectie.

Inspecties vallen niet onder het BRZO+-samenwerkingsverband als:

1. er geen inspectie-onderwerpen zijn bekeken die een relatie hebben met het Brzo 2015
2. een routinematige Brzo-inspectie is uitgevoerd door slechts 1 inspectiedienst (hercontrole uitgezonderd).

Zowel routinematige als niet-routinematige inspecties, Brzo-thema-inspecties en hercontroles.

Een Brzo-inspectie is een veiligheidsinspectie bij een Brzo-bedrijf. Tijdens een Brzo-inspectie wordt gecontroleerd of een bedrijf zich houdt aan de regels van het Brzo 2015.

Worden er tijdens een inspectie tekortkomingen geconstateerd op andere gerelateerde gebieden? Dan zullen de toezichthouders ook op de voorschriften van andere wetten binnen hun domein handhaven.

Voorbeelden

• De Nederlandse Arbeidsinspectie op de Arbowet
• Het Wabo bevoegd gezag op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
• De veiligheidsregio op de Wet veiligheidsregio’s
• Staatstoezicht op de Mijnen op de Mijnbouwwet.

Op deze website zijn de volgende producten met inspectie-informatie te vinden.

• Monitor Naleving en handhaving Brzo-bedrijven
  Sinds 2011 verschijnt jaarlijks de Monitor Naleving en handhaving Brzo-bedrijven. De rapportagetijd bestrijkt een kalenderjaar.  Vanaf 2022 geeft BRZO+ geen monitor meer uit, maar een jaarverslag. In dit jaarverslag wordt inspectie-informatie opgenomen, aangevuld met een uitgebreidere terugkoppeling van de activiteiten van het samenwerkingsverband BRZO+.
• Nalevingslijst
  Op de nalevingslijst staat informatie over uitgevoerde Brzo-inspecties. De gegevens komen op de lijst zodra de inspecties zijn afgerond.
• Openbare samenvatting
  Van elke Brzo-inspectie wordt een openbare samenvatting gepubliceerd.

Er zijn verschillende oorzaken mogelijk:

• Het betreft een lagedrempelbedrijf. Deze moeten wettelijk één keer per drie jaar geïnspecteerd worden.
• Op basis van risicogericht toezicht is geen inspectie gepland. Een hogedrempelbedrijf moet één keer per jaar geïnspecteerd worden, tenzij de toezichthouders een inspectieprogramma hebben opgesteld op grond van een systematische evaluatie van de gevaren van zware ongevallen bij de betrokken inrichtingen.
• Er heeft nog geen Brzo-inspectie plaats gevonden.
• Het is geen actief Brzo-bedrijf (bv in oprichting).
• Het bedrijf is overgegaan in een ander Brzo-bedrijf met een nieuwe naam.
• Het bedrijf valt niet meer onder de werkingssfeer van het Brzo.

Zodra een openbare samenvatting van een afgeronde Brzo-inspectie

• definitief is,
• het bedrijf geen zienswijze heeft ingediend of
• het behandelen van een ingediende zienswijze is afgerond

wordt deze gepubliceerd. Samenvattingen ouder dan 5 jaar, worden verwijderd.